Nodig: middeldikke wol, geschikt voor nld 5mm, ongeveer 70 gram.
Ribbelpatroon: Brei in trikotsteek, 3 naalden recht aan de goede kant en 3 naalden averecht aan de goede kant. De teruggaande naalden hieraan aanpassen.
Zet 50 steken op, gedurende het hele werk staan er 50 steken op de naald, maar er ontstaat een scheef werk.
-
meerder in de 1e steek ( 1 recht in de voorkant van de steek en 1 steek in de achterkant)
-
brei de laatste 2 steken van de naald samen.
-
Teruggaande naald zonder meerdering en mindering.
Herhaal deze naalden in het bovenaan beschreven ribbelpatroon.
Brei door tot de scheve kant royaal om je hoofd past ( bij mijn muts 16 ribbels)
Leg dan de scheve zijkant horizontaal voor je en kijk hoe je de opzetnaald tegen de laatste naald kunt leggen , waarbij een kokertje ontstaat.
Brei dan de opzet steek voor steek samen met de steken van de laatst gebreide naald terwijl je meteen afkant.
Rijg een stevig draad door alle randsteken, trek dit samen en naai een eventueel gat dicht.
Klaar! Sla de onderrand om.