Schaapskudden
Ze zijn er nog wel, maar je komt ze zelden tegen. Bent u er wel eens één tegen gekomen? “Ja”, zult u misschien zeggen, “op vakantie”. Misschien wel in het buitenland, misschien in ons eigen land. Gelukkig zijn er nog kudden, maar je komt ze niet tegen; je moet ze opzoeken. Het is een geweldige ervaring als zo’n grote groep wollige dieren je plotseling omspoelt, zoals het mij in 1997 gebeurde, toen ik tijdens een fietsvakantie met mijn twee zoons van Hoog Buurlo afzakte richting de Kroondomeinen. Net toen we uit het bos de heide op kwamen liep de kudde ons tegemoet.
De dieren waren aan het einde van de middag op weg naar de kooi. Ze hadden geen aandacht voor ons en plotseling stonden we er zomaar middenin. Hoefgetrappel, gekraak van heidestruiken, gesnuif, geblaat en hier en daar het geklingel van een bel. De herder, gekleed in stevig katoen, had op zijn hoofd een slappe hoed en liep er met zijn hond achteraan. Ik weet niet eens of ik hem heb gegroet, zo onder de indruk was ik op dat moment. Het moet toch wel een paar minuten geduurd hebben voor ik weer verder kon, maar het leek maar even. Ik had de herder graag even aangesproken, maar hij was, net als de kudde, langs mij heen gewandeld en al een eind weg, toen ik mij dat realiseerde. Naar zijn kleding te oordelen was het een gewone man met een stok in de hand en een grote rugzak op zijn rug…
Nu, na zoveel jaren, herinner ik mij die ontmoeting in het veld, terwijl ik bezig ben met mijn hobby: het verzamelen van ansichtkaarten. Mijn onderwerp is: “De Veluwe”. Niet de kaarten van allerlei Veluwse dorpen, nee, kaarten met landschappen, folklore, klederdrachten en oude ambachten. Plaatjes van bossen, boerderijen, erven en vergezichten. Zandverstuivingen, heidevelden en schaapskudden. Het leven op de Veluwe: de mensen, de dieren, de natuur: de Veluwe zelf.
En dan staat daar: “Steven met z’n schaapjes” en zijn hond, ergens in een Veluws dorp.
Het leven is nog niet zo jachtig want Steven poseert op zijn gemak voor de fotograaf voor het maken van het plaatje op een smal zandweggetje naar de schaapskooi. We treffen hem ook aan op het veld en bij de rogge of langs een autoweg, wat aan de richtingaanwijzer te zien is. De eenzame auto, die voor ons ook een bezienswaardigheid is geworden, dateert het tijdstip waarop de foto gemaakt is en stoort het rustige tafereeltje niet. Het is daar overigens nog 35 km naar Zwolle volgens het ANWB-bord.
Ongemerkt vergelijk ik Steven met: “Het herdersjong van het Uddeler-meer”, de hoofdpersoon uit de verhalen van Jac. Overeem. Verhalen die het leven van de schaapherder tekenen in een tijd die wij niet (meer) kennen.
De kaarten zijn uitgegeven door Fa. Wuestman te Harderwijk en ik kom Steven in verschillende series tegen, op voor- en naoorlogse kaarten.
Wie was deze Steven in zijn sjofele pak en op versleten klompen? Waar liep hij met zijn kudde? Kunnen wij hem een plaats geven in de rijke Veluwse historie? Ik zou het graag willen weten.
Maarten Matser
https://eenwagenvolverhalen.nl/Dagelijks-leven/steven-was-schaapherder.html#sigProId3e82d5d820