Het album OER begon met niets. Of was er wel iets? De eerste Achterhoekse liedjes zijn geschreven in 1997 en het nieuwste liedje Pampus is een paar maanden voor het verschijnen van het album geschreven.
Over een periode van ruim 15 jaar is de verzameling gegroeid tot het album dat in 2012 uitkwam.
Mis je dan niet een bepaalde samenhang? Dat zou je misschien zeggen als er zoveel tijd tussen zit, maar bij de start van de opnames in mei 2012 bleek dat de liedjes verrassend goed in en bij elkaar pasten.
Ik had een redelijk helder beeld van hoe de nummers zouden moeten klinken. Ik wilde het zo simpel mogelijk houden: gitaar en zang en wanneer het liedje erom vroeg een aanvulling met andere instrumenten, maar wel zo minimaal mogelijk en in een Americana stijl.
Het nummer De Olde Hut is al ontstaan toen ik als kind vanuit mijn zolderraam uitkeek op de watertoren van de Olde Hut, zoals de DRU fabriek in Ulft wordt genoemd. Met dit beeld voor ogen en de verhalen van mijn vader en mijn opa over het werk in de ijzergieterij in mijn oren, schreef ik dit lied.
Olde Hut
Ik kiek uut mien zolderraam
ik zie de olde Hut daor staon
1754 op de watertoren
het de tied hier stilgestaon
De Huttekaerls kommen angesjoeks
't is nog duuster, ut wark begint al vrog
Griep vlot de gietpan naor de koppelaoven
in ut poetshok hingt un schraole loch
Laeven en loaten laeven
Al zi-j der wel ens neaven
I-j mot niet blieven klaeven
De Huttekaerls bunt vort gegaon
der is te weinig oer
Maor ene blif daor stille staon
as un zwaore donderschoer
Ulft is alang gin dörpken meer
dat dörpken an de Strang
Ik keer terug en zucht een keer
maor ik blief nooit lang