Het bikkelspel is een eeuwenoud spel dat vroeger vooral door meisjes werd gespeeld. Voor het spel had je 4 bikkels en een balletje of stuiter nodig. Bikkels zijn kleine klompjes hard materiaal. Meestal gebruikten ze daarvoor een klein botje, het zogenaamde sprong- of hielbeentje van een schaap, kalf of varken. Deze botjes kregen ze van de huisslachter die ze uit de poten verwijderde of van de plaatselijke slager die ze voor hen bewaarde. Het spel vereist voornamelijk handvaardigheid. De bikkels werden in de hand genomen, opgegooid en weer opgevangen. Daarbij moet een bepaalde volgorde in het aantal bikkels dat opgegooid wordt worden aangehouden. Vooral het opvangen van de bikkels op de bovenkant van de hand vergt enige bedrevenheid.
Bij ambachtelijke slager Herman ter Weele in Oene, die nog zelf slacht, heb ik de bikkels, na het slachten, uit een schaap laten halen en voor jullie gefotografeerd. Dan heeft u enig idee hoe ze er uit zien. Na enig zoekwerk vond ik de spelregels hier.