Ik praat over zo'n 58 jaar geleden.
Ik was een kind van een jaar of 12 en woonde ten zuiden van de spoorbaan in Velp. Dat was sowieso een heel verschil met het wonen ten noorden van de spoorbaan. Maar daar kom ik misschien later nog wel eens op terug.
Ik woonde dus in Velp Zuid en als we vrij waren hadden we veel mogelijkheden om ons te vermaken. We konden met pijl en boog naar Beekhuizen om in de bossen riddertje of iets dergelijks te spelen. Ook konden we slootje springen of kikkerdril vangen in de uiterwaarden van de IJssel.
Maar vaak gingen we zwemmen in de IJssel. Als je binnen de kribben bleef had je niet zoveel last van de stroming, maar als je daar buiten kwam dreef je lekker mee richting Rheden en moest je terug lopen, want zwemmen tegen de stroom in was voor ons niet weggelegd.
Het spannendste was "bootje pikken". Je wachtte tot er een beladen, dus diep liggende boot aankwam en je ging er voor liggen en op het laatste moment zwom je iets opzij zodat je de reling aan de zijkant kon beetpakken en zo klom je aan boord en voer je een eind mee. Als het schip richting Arnhem voer bleef je aan boord tot de kop van de IJssel. Dat is waar de IJssel zich afsplitst van de Rijn. Je liet je dan heerlijk terugdrijven naar Velp.
Als je een boot richting Rheden had ging je in De Steeg of Ellecom van boord en wachtte je aan de oever op een boot richting Velp. Als die niet kwam had je pech en werd het lopen. Je kwam dan veel te laat thuis en dan zwaaide er wat. Toen hadden ze nog niet gehoord van hoe slecht een corrigerende tik zou zijn. En ik ben heel wat keren op die manier gecorrigeerd en toch nog groot geworden. Maar dat terzijde.
Als je voor een schip lag moest je goed uitkijken dat dat schip geen zij-schroeven had, want dat was gevaarlijk en dan liet je dat schip op een grote afstand aan je neus voorbij gaan.
En, als je pech had, trof je een schipper die niet wilde dat je aan boord kwam. Vaak werd dan een vetspuit gebruikt en sprong je snel weer het water in.
Met de wetenschap van nu ben ik ontzettend blij dat ik mijn jeugd in die tijd op die plaats heb kunnen doorbrengen.