Lang geleden woonde er in een kasteel, niet ver hier vandaan een beeldschone en vrome vrouw; Ada van Andelst. Zorgzaam en bij ieder geliefd.
Op een dag stond er een ridder voor de poort. Nee, geen prins op het witte paard; een roofridder: Egbert van Loenen. Hij had een prachtkasteel geërfd in Loenen. Een plaatje hier aan de Waal. Maar Egbert wilde meer. Heersen wilde hij! Van Loenen tot Leerdam! En wat hij niet goedschiks kreeg, nam hij met geweld. En nu stond hij met zijn mannen voor de poort van kasteel Andelst. Hij dreigde het dorp tot de grond toe af te branden. Alleen als Ada met hem zou trouwen, zou hij afzien van deze gruwelijke daad.
Niet uit angst, maar om de mensen die ze liefhad te sparen, stemde Ada toe.
Egbert nam haar mee naar Loenen en hoe ze in de jaren die volgden hem ook smeekte zijn rooftochten te staken; hij deed het niet. Ze bad iedere dag voor zijn zieleheil.
Bezocht soms heimelijk haar geboortedorp en de kerk van Herveld.
“ Als ze de kerk een bronzen klok zou schenken! Misschien zou ze zo de ziel van Egbert kunnen redden?!”
De mensen van Herveld waren verguld met dit aanbod, maar ze wisten dat ze erover moesten zwijgen. Egbert van Loenen mocht het nooit te weten komen.
Toen het bronzen gevaarte af was, werd het op een boerenkar naar de kerk gereden en in de klokkentoren gehesen. De volgende zondag zou de klok worden ingezegend..
Maar iemand praatte zijn mond voorbij en het kwam Egbert ter oren.
“ Een klok! En zondag wordt hij ingewijd?”
Mannen naar Herveld! Vanavond nog luidt deze klok!
De mannen van Egbert deden wat hun bevolen werd, beukten de kerkdeur open en luidden de ongewijde klok. Harder en harder. Te horen in Herveld, Zetten, Andelst. En Loenen.
Boven het kasteel van Egbert van Loenen brak een storm los. Wind zwiepte de Waal omhoog, met donderend geraas sloeg de klok uit de toren van Herveld, werd meegevoerd tot aan Loenen en sloeg daar met een klap een gat in de dijk. De Waal kolkte naar binnen en verzwolg het kasteel van Egbert met alles en iedereen.
Alleen Ada van Andelst overleefde; het was of een goddelijke hand haar uit het water optilde en op veilige grond zette.
Bekijk hier het fragment uit de tv-uitzending over dit verhaal.