1200 jaar geleden leefde er op het grondgebied ten noorden en westen van Keulen een enorme draak. Hij vrat mens en dier en de bewoners verlieten dan ook massaal de streek tot…..Wiekard de zoon van de heer Pontis hen op miraculeuze wijze verloste van het ondier.
Wieckard was verliefd op Margaretha, de dochter van de heer van Hameland. Op een dag reed hij op zijn paard Liesbeth richting Zutphen. Hij wilde Margaretha’s hand vragen. Tot zijn grote verbazing kwam hij een processie tegen. Het was een enorme optocht met op kop de pastoor, een aantal boeren, een kudde schapen (beh beh) en ….Margaretha. “Waar gaan jullie naartoe”. “Naar de draak heer, met dit offer: een kudde schapen en.. onze gebeden” zei de pastoor en onze beschermvrouwe
Margaretha van Hameland begeleidt de processie... “Dat kan haar het leven kosten”, riep Wieckard uit…. Zij keek naar hem, hij keek naar haar en de liefde was daar……
Hij greep zijn lans, dreef zijn sporen in Liesbeth en stoof de processie voorbij.
Niet veel later bereikte hij het leger van de draak. Het dier werd wakker van het hoefgeklepper en dacht “nonderju mijn avondmaal komt me zo de bek binnen wandelen”. Wieckard stormde op de draak af, richtte zijn lans en probeerde deze met een enorme kracht in de muil van het ondier te drijven. tjakaaa……. kratsa!
De draak deed net zijn kop aan de kant en de lans brak in 4/5 stukken. Door de schok viel Wieckard van zijn paard. Liesbeth draaide zich om en ging ervandoor. De draak die zijn avondmaal zag verdwijnen, zette zich in beweging. Wieckard was ondertussen in een slootje terecht gekomen. Hij zag de draak recht op zich af komen en begon te bidden.
Na een tijdje keek onze held eens naar boven en zag tot zijn grote verbazing de kale onbeschermde buik van de draak “non derjuu, dit is mijn kans”. Hij trok zijn zwaard en precies op goede moment dreef hij het wapen, recht in het hart van het dier. De draak spuwde rook, vuur, en sintels. En brulde Gelllllreeeeee… en zakte in elkaar. De pastoor, de boeren en Margaretha stonden op flinke afstand te luisteren. Ineens was het stil. Margaretha ging kijken en zag dat de draak dood was. Wichard kroop net onder het monster vandaan. De kop werd van de draak gehakt en juichend en zingend ging het in optocht richting het kasteel van de heer van Pontis.
Wieckard trouwde Margretha en het kasteel waar ze gingen wonen kreeg de naam Gelre en de streek eromheen natuurlijk Gelderland.
Luister hier het verhaal, verteld door Gery Groot Zwaaftink:
Bekijk hier het fragment uit de tv-uitzending over dit verhaal, verteld door Eric Borrias en Gery Groot Zwaaftink