De geboorte

In de werkgroep dialecten hebben wij onze gedachten eens laten gaan over allerlei zaken rondom de geboorte, huwelijk en overlijden. Daar het tegenwoordig heel ander gaat dan vroeger hebben we een en ander opgeschreven over hoe het vroeger ging. Dit verhaal gaat over de geboorte,

 

Ooievaar

Veel ouders vonden het maar moeilijk om aan de kinderen te vertellen dat er een nieuw broertje of zusje op komst was. Van allerlei verhalen kreeg het te horen. De kleine kinderen werden gebracht door de ooievaar of ze kwamen uit de boerenkool. Als een kind in de buurt vertelde dat ze graag een nieuw broertje of zusje wilden hebben dan kregen ze te horen: Hang maar een kikker aan de deurklink want dan komt de ooievaar" of "je moet wat suiker in de vensterbank strooien". Als kind wist je in die tijd nog nergens van.

Veel dingen waren in de vorige eeuw ook bij de ouders niet bekend. Wanneer een vrouw in verwachting was liep ze er niet direct mee te koop, nee dat mocht eerst nog geen mens weten. In die tijd bestond het maandverband uit katoen, wat elke keer weer uitgewassen werd. De buurvrouwen hielden de waslijn goed in de gaten, vooral als er een pas getrouwd stel woonde en de bekende lapjes niet aan de waslijn hingen dan werd er al gouw rondverteld: "bij de buurvrouw is het ook zover" of "bij de buren komt ook wat jongs". Sommige vrouwen wasten de eerste maanden nog gewoon de verbandjes mee om het in verwachting zijn nog geheim te houden, maar als de zwangerschap goed verliep kwam het vanzelf aan het licht. Als een pas getrouwd stel precies negen maanden na het trouwen een baby kreeg dan werd er gezegd: "Nou dat is net bij de beddenplank af."

 

Bijgeloof

Als je in verwachting was mocht je verschillende dingen niet doen. Niet uitrekken en niet bukken en vooral niet onder een draad doorkruipen want dan kon het kind soms verstrengeld raken in de navelstreng. Je mocht ook niet schrikken of naar een overledene kijken, Als vrouw moest je uiteraard zorgen voor een luiermand. De meeste vrouwen gingen als ze vijf of zes maanden in verwachting waren naar "de juffrouw" zoals de vroedvrouw toen meestal genoemd werd. De eerste controles gebeurden zo een keer in de zes weken, later een keer in de maand of om de twee weken. Als er al meer kinderen waren dan was er meestal nog wat benodigde kleding zoals truitje in voorraad, de rest werd zo nodig aangevuld. Een wieg of een ledikantje werd vroeger bijna nooit klaar gezet. Dat werd niet eerder gedaan dan na de geboorte van het kind. Men moest immers nog maar afwachten of alles goed ging. Als het kindje een beetje aan de vroege kant kwam kon het ook maar zo gebeuren dat het de eerste nacht in een grote leunstoel moest slapen of in een lade van het kabinet. Een oude man uit de Voskuil had er een mooi rijmpje voor.

 

Ja 't is een spul als het in de nacht komt,

Geen turf in de lamp, geen olie in het vuur

en de lucifers dronken op tafel,

 

Als de geboorte op gang kwam werd de vroedvrouw opgehaald door de toekomstige vader. Later kwam er telefoon en werd ze opgebeld. Het zal niet altijd gemakkelijk voor haar geweest zijn om in zo'n kleine donkere bedstee een kind op de wereld te helpen. Meestal was er wel een buurvrouw of familielid bij die ook een handje mee hielp. De vader was er vaak niet bij en zeker niet in de eerste helft van de vorige eeuw.

 

Geboren

Als het kind geboren was werd het eerst gewassen en gekleed. Eerst een navelbandje, dan een flanellen hemdje, een gebreide borstrok en een meestal wit truitje. Verder kreeg het natuurlijk een luier voor. Vroeger werd dit ook wel een doek genoemd en als laatste een pakdoek. Een pakdoek was een flanellen doek, zo groot als een luier, waar het kind helemaal ingerold werd. Het kind zat dan "in het pak" Om het hoofdje kreeg het kindje diagonaal een luier aangebracht. Zo ging het kind in de wieg of het ledikantje.

 

Vader

Na dit alles kwam de vader in actie. Het kind moest aangegeven worden bij de burgerlijke stand. De naam was meestal geen probleem. De eerste werd meestal vernoemd naar de kant van de vader, de tweede naar moeders kant. Zo ging dat om en om verder. Als de vier grootouders vernoemd waren kwamen de broers en zusters van weerskanten aan de beurt. In sommige streken van ons land was het de gewoonte om op de plaats waar de nageboorte werd begraven een boom te planten. Zo ver wij weten gebeurde dit op de Noordwest Veluwe niet. Als er een tweeling werd geboren dan werd er gezegd: "hij leert voor klompenmaker, hij maakt ze per paar, of hij maakt in het span."

 

Kraamvrouw

De kraamvrouw had het niet zo best in de eerste tien dagen na de bevalling. Tot na de tweede wereldoorlog moesten ze tien dagen in bed blijven en het bed mocht vrijwel niet verschoond worden. De eerste dagen kreeg ze vaak visite van een buurvrouw of familielid. Deze brachten dan wat lekkers mee, beschuitpap of soep.

 

Doop

Vroeger werden vrijwel alle kinderen gedoopt. Voor die gelegenheid kregen ze een mooi pakje aan of een doopjurk. Het was een ongeschreven wet dat degene naar wie het kind vernoemd was de doopjurk betaalde. Als er meer kinderen kwamen werd meestal dezelfde doopjurk gebruikt en kreeg de naamgenoot iets anders, vaak een geldbedrag. Voor dat het kindje gedoopt was ging men niet met het kindje naar buiten.

 

Kraamvisite

Na de geboorte moest de vader ook nog gaan aanzeggen. Dat hield in dat hij eerst aan de naaste familie ging vertellen dat hij wat jongs bij de vrouw had. Ook de buren werden op deze wijze van de geboorte op de hoogte gesteld (aangezegd). Als hij de blijde boodschap had overgebracht besloot hij met de mededeling: "nou je komt maar eens kijken" en dat gebeurde dan ook. De familie kwam al aardig snel na de geboorte en later werd er een avond belegd voor de buren. Dat waren altijd gezellige avonden. Zo rond zeven uur half acht kwamen de buren. De ouders werden gefeliciteerd en er kwam een cadeautje. Dat was meestal een truitje of een broekje, soms een pyjama, eigen gebreide sokjes of een krentenwegge.

Met de kromme arm komen was een gezegde voor op kraamvisite gaan met een cadeau. De avond begon met een kop koffie met een lekker koekje of plakje eigengebakken cake. Als er krentenbrood was, werd daar een sneetje van bij de koffie geserveerd met veel roomboter erop. Na twee of drie kopjes koffie kwam er ander drinken op tafel. Voor de mannen een borrel, oude of jonge jenever of cognac (vieux) Voor de dames een glaasje wijn, eigengemaakte advocaat of ingemaakte vruchten (bowl). En dan kwam het grote moment dat het kindje bekeken moest worden. Dat ging zo. De moeder gaf het kind aan de buurvrouw die vooraan zat en die gaf het weer door aan de volgende. Zo ging het de gehele kring rond. Ondertussen werd er gekeken waar de pas geborene op leek en de bevalling werd uiteraard ook lang en breed besproken. Allemaal moesten ze het kind even vast houden en ondertussen probeerden ze het aan het lachten te maken. Zo van "waar is de kleine jonge (of meisje) dan" en "lach is tegen de buurvrouw" en meer van deze praat. Als het kleintje bij zeven of acht mensen op schoot was geweest vond die het meestal wel genoeg. Het begon al wat te protesteren en langzamerhand begon het wat te huilen. Of iedereen nu al zij "stil maar mijn jochie" of "ach heeft de kleine jongen honger" het hielp niks. Het kind begon al langer hoe harder te huilen want al dat gepak van de een op de ander schoot begon hem dik te vervelen.

Een oude buurvrouw zong nog:

"Suja suja kindtien

papien lig in 't spientien (kasje)

melkje van de bonte koe

't jochie doet zijn oogjes toe"

 

De moeder gaf het kind wat te drinken en dan kon hij weer rustig slapen. Zo tegen een uur of tien ging de visite weer naar huis. Dan werd meestal gezegd "nou je ziet maar dat je de kleine groot krijgt" of "nou tot volgend jaar" Soms werd er gezegd "wie zal de volgende zijn"

Nou dat zou de tijd uitwijzen.

Van Oudheidkundigevereniging De Broeklanden te Oldebroek

Schrijfster : Dini van der Velde

Oorspronkelijk in het Wezeper dialect geschreven

 

Categories:: Van wieg tot graf Geboorte Oldebroek Wezep Keuze van de redactie

Meer verhalen

Galerij

Verkleedpartijen

23 juni 2014
Dianne Wesselink
Video

Paul Mulder en zijn Land aon de grens

23 maart 2016
Paul Mulder

De ballade van een muzikant

25 november 2015
Andries Zwart

Liefde via het schrobgat

04 december 2015
Gerrit Kistemaker
Audio

Het hijgende paard in de holle weg

14 maart 2015
Gery Groot Zwaaftink

De steen van Deil

10 maart 2015
Harry van Ewijk

Genoemd naar de patroonheilige van de kerk

17 maart 2015
A.Wijnhoud-Freriks

Landgoederen hebben een regiofunctie

01 december 2015
Eimert Fikse

Gezegdes en het vroegere boerenleven in De Lebbenbrugge

11 januari 2016
Boerderijmuseum De Lebbenbrugge
Video

200 eieren met Pasen

18 juni 2014
Nijenhuis

De kool en de geit

18 augustus 2014
Dini van der Velde
Video

De legende van het Solse Gat

26 augustus 2014
Corry

Smaltappel bakken in reuzel

06 maart 2015
Gerhard Kwak
VideoGalerij

Buurtgebruiken rondom het huwelijk

11 juli 2014
Willi Wilbrink

Hoort, hoort! Zegt het voort!

26 oktober 2015
Frans van den Bos
VideoGalerij

Krentenwegge als kraamcadeau

08 mei 2014
Gerda Bijzet
Video

Het binden van plattelandsjongeren

24 juli 2014
Ruben van Dommelen