Het huwelijk

Een trouwerij gaf altijd veel drukte. Het begon meestal al met de kleren. Een pak voor de bruidegom ging meestal nog wel maar de keuze voor de trouwjurk had wat meer voeten in de
aarde. De trouwjurk werd vaak door de bruid zelf gemaakt of door een familielid. Soms ook door een naaister. De laatste jaren zijn de trouwjurken vaak wit maar vroeger was de trouwjurk ook wel anders van kleur. De jurk kon dan naderhand ook als zondagse jurk dienst doen. Ook werd er wel getrouwd in een mantelpakje of in klederdracht. Het gebeurde ook wel dat de bruid na de bruiloft de klederdracht verruilde voor burgerdracht.
Wanneer de kleren voor de bruiloft geregeld waren begon de voorbereiding voor het officiële gedeelte. Meestal ging men twee weken voor de bruiloft inschrijven (in ondertrouw gaan) Dit gebeurde meestal in het gemeentehuis in de woonplaats van de bruid. Na het inschrijven kwam het paar eerst bij de ouders, de broers en de zusters, om ze persoonlijk uit te nodigen voor de bruiloft. Het was bij ons tot ongeveer 1960 de gewoonte om dan de fles (met drank) mee te brengen. Voor de mannen was er een borrel en voor de vrouwen een wijntje, Wanneer de naaste familie uitgenodigd was waren de buren aan de beurt. De bruid deed dit in haar buurt en de bruidegom in zijn buurt. Later werden er kaarten gestuurd om de gasten uit te nodigen. In de betere kringen was het al eerder de gewoonte om kaarten te sturen. Soms werd er getrouwd "met de handschoen" Dat gebeurde bijvoorbeeld als de bruid wel aanwezig was maar de bruidegom niet, in verband met verblijf in het buitenland of bij vervulling van de diensplicht in Nederlands Indië. De afwezige werd dan vertegenwoordigd door een vriend of familielid die dan te trouwakte uit diens naam ondertekende. Als je onderdienst was moest je ook als je met verlof thuis was het militaire uniform dragen. Zo kan het gebeuren dat je op trouwfoto's uit de vijftiger jaren de bruidegom ziet in militair uniform. Rond de jaren vijftig kwam ook onder het gewone volk het bruidsboeket in de mode en corsages voor de naaste familie. Voor die tijd droeg alleen het bruidspaar een corsage.

Als het enigszins mogelijk was werd de bruiloft gevierd in het huis van de bruid. Bij de boeren was de deel een goede plaats voor het feest. Als rond de maand mei het vee in de wei was werd de stal grondig schoon geboend en de mestgroep afgedekt met planken. Als tafels kwamen er schragen met brede plankieren er op en vaak gehuurde klapstoelen. Soms was het ook nodig dat er kopjes en glaswerk werd gehuurd. Als de bruiloft gehouden werd in de winter of in een burgerhuis dat werd het gehouden in de kamer of op de heerd. De grootste meubels zoals kasten en tafels werden dan weggehaald. Daarvoor in de plaats kwamen dan de schragen en de klapstoelen. Als de bruiloft een 25- of 40 jarig jubileum betrof werd de deel of de kamer versierd met dennengroen en papieren rozen. Dan werd er door de buren ook een ereboog opgericht. De meeste familieleden kwamen de gehele dag op het feest.
dat betekende dat ze 's morgens al om tien uur aankwamen. Als ze van ver moesten komen kwamen ze voor de tweede wereldoorlog vaak met paard en tentwagen. De familie die dicht bij woonde kwam lopend of met de fiets.

De dagen voor de bruiloft werd er alvast allerlei eten klaar gemaakt. Vlees dat uit de weck kwam werd al vast gebraden en uiteraard werd er een grote pan soep gekookt. Dat was een kunst op zich. Niet alleen het koken maar ook het afkoelen. Het gebeurde nog al eens dat de soep de volgende dag zuur was. Een koelkast was er toen nog niet maar vaak wel een koele kelder. Daar werd alles ingezet. Er werden ook grote schalen pudding gekookt. Lekker van volle melk . Als groente was er vaak ook iets uit de weck, boontjes of mooier rode stoofpeertjes en er werd appelmoes gemaakt van goudrenetten. Op de trouwdag waren er altijd veel helpers nodig om de gasten te bedienen. Een naaste buurvrouw had meestal de leiding. Verder hielpen de ongetrouwde buurmeisjes en de nichtjes. 's morgens omstreeks acht uur kwamen de bedienden al bij het feesthuis aan. De tafels en de stoelen waren dan al klaar gezet en er werd als eerste begonnen met wit tafelpapier over de schragen aan te brengen. Voorts werd er al koffie gezet voor de eerste gasten. Bij de eerste koffie kregen de gasten al meteen lekkere koekjes en plakken cake of soms een taartje. Ook werd er altijd wat te roken op de tafels gezet. Sigaretten en sigaren, meestal in een bierglas. Na de koffie werd het tijd voor de familie om naar het gemeentehuis te gaan voor het burgerlijk huwelijk.

Na het burgerlijk huwelijk werd er vaak nog in de kerk getrouwd. In sommige kerken was het de gewoonte om twee zondagen voor de trouwdag het huwelijk af te kondigen. Soms ook wel een zondag van te voren. Het kerkelijk huwelijk vond ook wel plaats op de eerste zondag na het burgerlijk huwelijk. Als er sprake was van een gedwongen huwelijk (bijv. wanneer de bruid al zwanger was) werd er ook wel alleen het burgerlijk huwelijk gesloten en niet daarnaast nog het kerkelijke. Wilde men toch in de kerk trouwen dan moest er eerst schuld beleden worden ten overstaan van de kerkenraad.

Na al de officiële plechtigheden ging het bruidspaar meestal meteen naar de fotograaf. Voor de schenkers, zoals de bedienden genoemd werden, was het ondertussen tijd om voor het middageten te gaan zorgen. De soep en het vlees moesten warm gemaakt worden en de aardappelen moestern gekookt worden. Meestal werd er gekookt op een petroleumstel, wat vrij lang duurde. De koffieboel moest ook opgeruimd worden en afgewassen. Dat afwassen moest door de jongste van de schenkers gedaan worden. De jongste mocht voor de eerste keer op een bruiloft helpen en die voelde zich dan ook groot maar ze moest wel bijna de hele dag afwassen.

Wanneer het bruidspaar weer terug kwam moest er meestal eerst gegeten worden. Als er voor de middag ook in de kerk werd getrouwd kregen ze eerst wat te drinken voor dat er gegeten werd. Er werd eerst een bord soep opgediend voor het opwekken van de eetlust, dan aardappelen, groente en vlees met een lekkere pudding toe. Op een bruiloft was iedereen graag royaal. Als het bruidspaar wat minder geld had te besteden dan bestond de middagpot vaak uit rijst of gort met gedroogde pruimen en rozijnen (gortzak of jan in de zak) Het werd gekookt in een linnen zakje en overgoten met warme melk met suiker (zoet nat)

Als het middageten gedaan was gingen de gasten wat kuieren. Ze keken eens even bij het vee, de weide en de akkers. Als er niet 's morgens in de kerk getrouwd werd gebeurde dit ook wel na de middag. Daarna was er thee met wat lekkers, koekjes of bruidsuikers. Bruidsuikers waren hele zoete snoepjes in de vorm van een ring, een soort fondant. Na de thee was er iets anders te drinken. Voor de mannen een oude of jonge klare (jenever) of cognac (vieux).
Bier werd er toen nog weinig gedronken, dat kwam pas na de zestiger jaren toen de bruiloften niet meer aan huis gehouden werden. De vrouwen dronken wijn, Samos, Schilletje, Anisette , een glaasje ingemaakte vruchten of een advocaatje. Soms ook Boerenjongens of Boerenmeisjes (rozijnen op brandewijn). De gasten die van ver kwamen en vee te verzorgen hadden namen vaak een melker om het wer over te nemen. Boeren uit de buurt gingen meestal naar huis om ter melken en kwamen dan voor het brood eten weer terug.

De broodtafel bestond uit krentenbrood en kadetjes. Het brood was inmiddels door de schenkers besmeerd met een dikke laag roomboter. Als beleg was er kaas, schenke (gerookte ham) of nagelhout (gerookt rund- of gerookt paardenvlees) Het beleg werd in plakken op een bord of een mooie schaal op de tafels gezet. Brood en beleg werd regelmatig door de schenkers aangevuld. Uiteraard waren er ook grote kannen met thee en koffie aanwezig,

Na het brood eten werd alles in gereedheid gebracht voor de avond, want dan kwam de meeste visite. De avondvisite kwam meestal in twee keer. De eerste avond kwamen de getrouwden de tweede avond de niet getrouwden. De niet getrouwden pasten vaak de eerste avond op de kleine kinderen van de getrouwden. De avond begon met koffie en wat lekkers, een taartje of iets dergelijks. Daarna kwam de fles op tafel, ondertussen werd er gezellig gepraat. Je zag de hele familie een weer, iets wat niet zo vaak gebeurde. Als er een paar borreltjes gedronken waren werden er vaak wat "stukjes" voorgedragen. Dat waren meestal vrolijke stukjes. Een bekend stukje ging over een boerenzoon die een goede muizenkat zocht. Hij komt aanlopen en zegt : Zo hier is een kantoor, hier moet ik zijn, maar ik zie geen mens. Aan de overkant van de deel zat inmiddels een vrouw, soms ook een verklede man, die zegt: "Zo ik ben vandaag begonnen met een bureau voor dienstmeisjes" De boerenzoon ging dan naar die vrouw toe en zij "O gelukkig hier is volk, ik zal het eens even vragen "Zo juffrouw" De vrouw antwoordde " Dag mijnheer, gaat u zitten. U kwam op de advertentie. Nou mijnheer ik heb ze voor het uitzoeken hoor" En dan begonnen de misverstanden. Bv. welke kleur. Ze had mooie zwarten maar ook wel roden. Nou de kleur doet er niet toe zij de boer, maar ze moest wel zindelijk wezen. Zo'n opmerking was altijd iets om het gel;ach op gang te brengen. Dan vroeg de vrouw ook nog of ze het wel goed hadden voor wat betreft eten en drinken en of ze warm konden slapen. Nou dat was geen probleem, ze kreeg brood en aardappelen en als ze lief was mocht ze mee naar bed Zo ging het nog een poosje door. van op schoot zitten, enz., tot dat de boer vroeg of ze ook muizen kon vangen en of ze niet krabde, ander kocht hij liever een muizenval.

Ook een mooi stukje was een soort pantomime. Een man zat aan tafel een krant te lezen. Op de tafel stond een bord met vier plakjes worst of kaas. Onder de tafel zat ook een man. Als de man aan de tafel de krant ging lezen, pakte de man die onder de tafel zat stiekem een plakje van het bord op de tafel. De krantenlezer keek even later naar het bord en zag dat er wat weg was. Hij haalde de schouders op en ging verder met lezen. De man onder de tafel pakte stiekem het tweede plakje. Zo ging dat een paar maal door. Dan maakt de man achter de krant een klein kijkgaatje in de krant. Als de man onder de tafel uit kwam om weer een plakje te pakken ontstaat er ruzie. Daarna is het stukje afgelopen. Een heel mooi stukje wat door sommigen geweldig mooi gespeeld werd. Door de gezichtsuitdrukkingen moest het stukje mooi gemaakt worden, temeer daar er niet gesproken werd.

Dan werd er nog een keer met koffie rond gegaan en kwamen er weer kadetjes op tafel met kaas of vlees. Het bruidspaar werd vriendelijk bedankt en uitgebreid welterusten gewest met veel toespelingen op de eerste huwelijks nacht. Het bruidspaar bekeek dan meestal eerst de cadeau 's. Van de ouders was er vaak een groot en nuttig cadeau, wat ze goed konden gebruiken. Ook van de familie kwamen er meest cadeau 's die goed gebruikt konden worden voor de huishouding. De buren gaven meestal samen iets. Bij alle buren werd een afgesproken bedrag opgehaald voor het cadeau. Vaak was het een tafelkleed, lamp of kapstok.
Het linnengoed werd door de bruid verzorgd.

De volgende avond kwamen de ongetrouwde buren en familieleden en werd de bruiloft nog eens dunnetjes overgedaan. Op zo'n avond gebeurde het ook wel dat een stelletje verkering kreeg. Vandaar het gezegde van bruiloft komt bruiloft. In de tweede helft van de twintigste eeuw werden er niet zo veel bruiloften meer thuis gehouden. Men ging liever naar een zaal of dorpshuis.

De dagen na de bruiloft waren misschien nog wel drukker, want dan moest alles weer opgeruimd worden. De schragen, tafelplanken, klapstoelen en soms ook het glaswerk moest weer naar de eigenaar teruggebracht worden. In de buurt moest ook vaak wat teruggebracht worden, grote schalen, pannen, koffie- en theekan en niet te vergeten de petroleumstellen. Het was veel werk maar ook heel gezellig en zoals een van ons zei "Wat jammer toch dat al dat moois verloren is gegaan.

Schrijfster : Dini van der Velde
Oorspronkelijk in het Wezeper dialet geschreven

Categories:: Van wieg tot graf Trouwen Oldebroek

Meer verhalen

Zonder uitlaat rijden op Koninginnedag

20 februari 2015
André Oostindiën
VideoGalerij

De kermis in Keijenborg

25 september 2014
S. Bergervoet

Communicatie via briefjes

09 mei 2014
R.J.Vreekamp

Roosjes maken voor de Ooyse kermis

19 juni 2014
Merel Lammertink

Fruitcorso

02 september 2014
Sjaan van Es

Het laatste stukje kerkenpad in Puiflijk

05 januari 2016
Jan Reijnen

Ridder in de orde van de zachte G

05 februari 2015
Frédérique Donders
Video

Vlees keuren

18 juni 2014
Wim Kersten

Kleding ontwerpen door moulage

01 juni 2015
Mirte Engelhard

Hattem herdenkt de bevrijding

29 april 2015
Elly v.d Wetering
Galerij

11.11 app groep uit de Heksenketel

29 januari 2015
Jan Willem van der Hogen
Video

Scharrelavonden in Hattem en Elburg

05 december 2015
Dirk Jan Septer en Piet Schuijn

Zuurkool “verrot lekker”

14 oktober 2015
Ina Brethouwer

Jaromir te Zutphen

18 juni 2015
Gery Groot Zwaaftink

Krentenweggen als wederdienst

29 september 2015
Albert Geurink

Voor-/achterdeur

11 juli 2014
Willi Wilbrink
Video

Zaklopen

09 mei 2014
Marleen Klunder

Het dorsen van graan met de vlegel

19 januari 2015
Theo Giesen

Elke viool de naam van een vrouw

23 februari 2015
Kees Wijnhoud