Klompen waren vroeger een veelgebruikt schoeisel. Uw schrijver kan zijn vader slager Kwak uit Winterswijk niet anders herinneren dan met zijn klompen. Hij had meerdere exemplaren. Een paar klompen voor in het duivenhok, een paar nette klompen om klanten te bezoeken en een paar klompen die hij droeg in zijn slagerswinkel en in de werkplaats. Als kinderen hebben we wat beleefd met die klompen. Ze waren gemakkelijk omdat je Pa hoorde aankomen wanneer je ongein uithaalde en ze waren onplezierig wanneer je iets uitgevreten had en vervolgens een schop onder je achterste kreeg. Voor Pa zelf waren ze onmisbaar. Zeker wanneer hij aan het werk was. Vooral in de winter waren klompen prettig.
Klompen voorverwarmen
Ze waren warm aan de voeten. Alleen niet wanneer Pa ze ’s morgens aantrok. Dan waren ze steenkoud. Hij had dan de gewoonte om de klompen in de oven, van het oude fornuis achter in de keuken, te plaatsen. Dat was een gewoonte die door menig klompendrager destijds werd toegepast. Zo werden ze lekker warm. Niet zelden kwam het echter voor dat hij vanwege de aanwezige klanten of drukke werkzaamheden zijn klompen vergat zodat ze zwart geblakerd uit de oven kwamen. Dan had Pa zichzelf wel een schop onder zijn achterste kunnen geven. En wij maar lachen.
De bijgeplaatste foto is van Fred Kwak van het Weurden in Winterswijk. Het elektrische fornuis (van 1928) dat in zijn keukentje staat werkt nog prima en is afkomstig uit het voormalige hotel Germania. Het hotel van Opa Johannes Gerhard Kwak.