Het maken van een halster, een dik touw om koeien aan te lijnen, was een techniek die de boeren in de Achterhoek in de 20e eeuw goed beheersten. Zuinigheid met vlijt was gewoonte. Je kocht geen touw als je het niet zelf kon maken. Als je nu met gepensioneerde boeren spreekt, dan kennen ze eigenlijk allemaal wel het gebruik om een dik touw zelf te maken. Ze leerden het in de winter van hun vader op de deel. Als uitgangspunt werd een klink genomen van de “enddeure”, de grote deuren achterop de deel. Als touw nam men het gele strotouw dat gebruikt werd als touw voor strobalen. Sommigen gebruikten zelfs een electromotor om dit touw sneller te kunnen maken. Vanaf de deurklink werd achteruit gewerkt de deel op en het touw werd meters lang.
Gebruik van de koeienhalster
De halster werd gebruikt om de koe te kunnen leiden. Als koeien over de weg naar een verder weg gelegen weiland gebracht moesten worden, dan werden zij met halsters aan elkaar gebonden. De halster was ook nodig als de koe geïnsemineerd werd in de wei, als ze naar de deel gebracht werd om te kalven, getoond werd tijdens een rundveefokdag of op de veemarkt. Door de ruilverkaveling (waarbij het land dichterbij de boerderij kwam) en het toenemend inzetten van veewagens, trailers en vrachtwagens is het gebruik van de koehalster verdwenen. Het voordeel is dat de koe nu rustiger blijft; zo’n touw veroorzaakte vroeger meer onrust. Maar een boer is er wel druk mee om hekken neer te zetten tussen de staldeur en de trailer. In die tijd kan ook de koe de halster omgedaan worden. Het punt is dat er veel koeien zijn en maar één boer om ze allemaal ‘halstermak’ te maken. Je vindt nog maar een enkele boer die tegenwoordig nog de halsters gebruikt, die van nylon of sisal zijn gem aakt.
Touwdraaien samen met kinderen
Hoe het touwdraaien gaat, dat wordt jaarlijks regelmatig getoond door de 'Touwdraaier van ‘t Olde Hesselink' tijdens dagen die Stichting Boerengoed organiseert in Winterswijk en omstreken. De Stichting Boerengoed bezit een touwdraaiapparaat, dat qua afmeting zodanig gemaakt is dat kinderen daarmee ook kunnen werken. Het is leuk en educatief dit werk samen met kinderen te doen. Eén kind draait aan de zwengel met de vier haakjes en het andere kind draait aan de zwengel met het ene haakje. Nadat de touwen door den Olden Hesselink zijn ingespannen plaatst hij de klos tussen de touwen aan de zijde van het ene haakje en geeft hij het kind met de vier haakjes het commando om te gaan draaien. Dit draaien gaat in de richting van de klok, met de klok mee.
Als er genoeg spanning op de touwen is ontstaan, dan wordt de andere kinderen gevraagd ook te gaan draaien (met de draairichting van het eerste kind mee). Tegelijkertijd schuift den Olden Hesselink de klos van het ene haakje in de richting van de vier haakjes. Als hij dat punt bereikt dan is het touw (tot verbazing van de kinderen) helemaal klaar. Tot slot maakt hij aan het einde van de vier haakjes een lus, zodat het touw niet meer kan losdraaien. Met de kinderen kunnen verschillende touwen gemaakt worden, zoals bijvoorbeeld voor het uitlaten van de hond. Ook kan de “halterstrang” van strotouw gemaakt worden. Met een dubbeldikke halter kan een paard geleid worden. Het leukste voor de kinderen is uiteraard een springtouw (kort of heel lang), en zeker – zoals Olde Hesselink zegt - als moeder of oma er dan mee gaat springen!