In het natte deel van het land van Maas en Waal zijn vele rijen knotwilgen aanwezig langs slootkanten en wegbermen. De kapcyclus is afhankelijk van het gebruik van het hakhout dat periodiek wordt verwijderd.
Tot 1960 gaf dit kroonhout van de knotwilgen een aanvulling op het zgn. boerengeriefhout. Met name afrasteringpalen, bonen- en erwtenstokken voor in de tuin en eventueel brandhout voor de kachel en/of stookpot in het bakhuis naast de boerderij. Maar ook om de was te koken of het varkensvoer te bereiden, en de eenjarige scheuten van het juiste soort wilg waren een uitstekend bindmateriaal.
Heel geschikt bindmateriaal
De schietwilgen (salix) waarvan er vele soorten zijn, o.a. met helgele twijgen, leverde eenjarige scheuten op die op de boerderijen werden gebruikt als bindmateriaal. De lengte van deze scheuten was gemiddeld 75 cm en vele tientallen groeiden jaarlijks uit de kroon van de knotwilg.
De helgele twijgen waren het meest bruikbaar als bindmateriaal; ander wilgensoorten waren ook wel bruikbaar als bindmateriaal, maar deze waren minder taai en buigzaam. Op de boerderijen werden o.a. leiperen, druiven, morellen, klimrozen en nog vele anderen met dit gele wilgenhout aan de rekken gebonden die aan de muren waren bevestigd. Ook werden bonenstokken met wilgenhout aan elkaar gemaakt.
Deze gewassen werden jaarlijks gesnoeid om het juiste hout voor bloemen en vruchten aan de latten te binden. Het snoeien van de jonge twijgen, het aanbinden en het verwijderen van oud hout ging eenvoudig omdat de wilgenteen waarmee dit was vastgebonden na een groeiseizoen en de winter nagenoeg was vergaan. Daardoor lieten de oude takken zich zeer gemakkelijk los maken.
Geleerd van mijn vader
Van mijn vader heb ik deze techniek van snoeien en het gebruik van wilgentakken voor het binden geleerd omdat toentertijd de thans bekende bevestigingsmaterialen nauwelijks bestonden.Mijn vader had enkel knotbomen lang de slootkant van het erf van zijn boerderij staan, en deze leverden voor het gehele voorjaar bindmateriaal voor vele zaken op zijn boerderij.
Ik heb in mijn tuin ook een aantal knotbomen aan de slootkant staan, en ook enkele knotbomen van het gele soort waarvan de scheuten uitstekend als bindmateriaal zijn te gebruiken. Met deze eenjarige wilgentakken worden om mijn woning de klimrozen, leipeer, druiven en boonstokken jaarlijks aangebonden.
Een oude techniek van toepassing van bindmateriaal dat jaarlijks op eigen erf groeit en nog steeds wordt toegepast. De aangebonden takken met deze wilgentwijgen is een lust voor het oog voordat het blad aan de bomen en heesters komt.