Een paar dagen voor de kermis maakte mijn moeder brooddeeg. Voor een krentenbrood en een witbrood. En dan moest ik het naar het dorp naar Thé Fleuren brengen, dat was de bakker. Dus die bakte daar brood van een krentenbrood en een witbrood. Maar ik moest die ook altijd weer ophalen, met de fiets. Tegenwoordig hebben ze allemaal auto's, maar dat had je toen niet. Dat waren zulke broden, bijna een meter lang. En die moesten dan achter op de fiets. Maar ik moest natuurlijk oppassen dat die niet braken, want als die braken dan durfde ik niet meer naar huis natuurlijk. Mijn vader had een plank gemaakt, die had ik op de bagagedrager liggen, vastgemaakt met een touw, daarop die twee broden. En dan te voet naar huis uit angst dat er een zou breken want dan was Groesbeek te klein.
Groesbeeks Kermisbrood
- Details
- Jette
- Gelezen: 9613
