Midden op de Veluwe - in het bos tussen Putten, Garderen en Drie - ligt het Solse gat, een grote kuil tussen de heuvels. Daar stond eens een machtig klooster met veel torens. Het werd omgeven door een gracht en een brede, statige laan leidde naar de poort.

Maar het was een boos klooster; de overste en alle monniken hadden hun ziel aan de duivel verkocht. Ze leidden een leven van overdaad en weelde. Midden in de nacht werd de zwarte mis gelezen waar alle heksen en spoken uit de omgeving aan deelnamen. Men dronk wijn uit emmers en de hele nacht werden er overvloedige maaltijden opgediend. De duivel zorgde ervoor dat de voorraad nooit opraakte en hij mengde zelf de wijn. Er werd gedanst, gezongen en gevloekt tot in de vroege morgen. Velen hadden 's nachts binnen het klooster vreemde en angstaanjagende geluiden gehoord en iedereen wist dat de hele nacht de vensters van alle zalen hel verlicht waren.

Dat heeft geduurd, tot in een stormachtige kerstnacht, nu al eeuwen geleden. De dorpelingen bleven tijdens die storm angstig in hun huizen en hoorden midden in de nacht plotseling één hevige donderslag. De volgende ochtend kwam een jongetje het dorp binnenrennen en vertelde dat het klooster in het bos geheel was verdwenen en er op die plaats een ijzingwekkend diepe kuil ontstaan was. De bomen er omheen lagen ontworteld ter aarde. Alle bewoners wilden het wonder zien. Men vond nog een met klinkertjes geplaveid straatje en de brede, statige laan; dat was alles wat van het klooster restte. De aarde had zich geopend en zich weer gesloten.

Sinds die tijd komt er om middernacht uit de diepte van het Solse gat een vreemd geluid. De klokken van het verzonken klooster beginnen onregelmatig en schor te luiden, alsof ze allen gebarsten zijn; eerst zacht, maar steeds harder en angstiger. Dan komen uit het duister van de brede laan de geesten van de monniken. Al klagend wandelen ze in een lange sombere rij: langzaam en gebogen gaan ze rondom het gat, waaruit een blauwe gloed opstijgt. Dan zweven ze allen rusteloos uiteen, om opnieuw uit de schaduw van de laan in een lange rij langzaam naar voren te treden. Dit gaat door tot aan het daglicht, dan vluchten ze plotseling jammerend weg in het diepste duister van de sombere kuil.

Zodra de zon schijnt, is het alsof er niets is voorgevallen. Alles is er rustig en men zou er haast aan twijfelen, dat even tevoren de schimmen verdwenen zijn in het water midden in de kuil van het Solse gat.

Bron: "Veluwsche sagen" geschreven en verlucht door Gust. van de Wall Perné. Uitgegeven te Amsterdam bij Scheltens & Giltay, 1921. p. 85-88.

Deze legende werd door verhalenverteller Eric Borras verteld in de derde aflevering van het TV Gelderland-programma 'Een wagen vol verhalen':

 

Video
Categories:: Streek-en volksverhalen Veluwe Putten Volksverhaal

Meer verhalen

Galerij

Zwoerdrolletjes

08 februari 2015
Gerhard Kwak
Video

De verdwaalde schoolmeester

26 maart 2015
Eric Borrias

Spiegels bedekken bij overlijden

18 juni 2014
Marjan Heil

Streekliedjes in dialect

09 mei 2014
Linda

Radiozendmarkt

28 mei 2014
marijke buter
Video

Eibertjesdag Nunspeet

09 oktober 2014
Bert Vlug

Robuust en elegant de botter

30 december 2015
Lotte van der Krogt

Oude gebruiken bewaard gebleven in museumwoningen

26 november 2015
R. van der Weide

Westerbouwing

03 februari 2015
Mevrouw Eutjes

Grenstreffen

22 juli 2014
Herman Roerdink

De modelbotter in de huiskamer

26 oktober 2015
Lex Terpstra
Video

De tuin van het bruidspaar versieren

13 augustus 2014
O. Heinen

Slepen met Oud & Nieuw

11 mei 2014
Jette
Galerij

Shetlandmendag Voorst

22 juli 2014
Rein Hazelaar

Butterfahrten

06 mei 2015
 Gerhard Kwak
Video

Het carbidhart

22 mei 2015
Wouter

Frühschoppen

12 februari 2015
Geert Smits